Ombudsman Uitvaartwezen spreekt in drie recente zaken
Transparantie, zorgvuldigheid en financiële verantwoording centraal
vrijdag 10 oktober 2025
In drie recente bindende adviezen heeft de Ombudsman Uitvaartwezen belangrijke lessen uitgesproken over de rol van uitvaartondernemers in kwesties van facturatie, opdrachtgeverschap en de zorgvuldige behandeling van overledenen.
1. Overeenkomst van opdracht – geen voorrangsrecht echtgenote
In een geschil waarin de echtgenote meende dat zij automatisch als opdrachtgever van de begrafenis had moeten kunnen optreden, oordeelt de Ombudsman dat er geen wettelijk “eerste recht” bestaat voor de echtgenote om als opdrachtgever op te treden, tenzij er duidelijke aanwijzingen zijn vanuit de wilsuiting van de overledene.
De uitvaartondernemer had in dit geval terecht gehandeld op basis van de beschikbare informatie, mede gezien de feitelijke situatie dat de echtgenoten niet meer samenwoonden. De klacht werd ongegrond verklaard.
Bekijk hier de klacht en de uitspraak
2. Onzorgvuldig handelen – gebrekkige verzorging en respectvol optreden
In een tweede zaak stelde een nabestaande dat de verzorging van zijn overleden echtgenote tekort was geschoten en dat de uitvaartbegeleider zich tijdens de dienst onprofessioneel had gedragen.
De Ombudsman concludeerde dat de opmaak van de overledene duidelijk onvoldoende was en dat dit een afwijkend beeld opleverde. De klacht hierover werd gegrond verklaard.
De klacht over het vertrek van de uitvaartleider tijdens de dienst werd afgewezen, omdat de klager zelf had afgeweken van de gemaakte afspraken door extra sprekers en muziek toe te voegen.
De klager ontving een compensatie van 25 procent van de totale uitvaartkosten, in dit geval € 912,50.
Bekijk hier de klacht en de uitspraak
3. Facturatie en administratie – transparantie in afhandeling
In een derde uitspraak ging het om een klacht over gebrekkige transparantie bij de financiële afhandeling van een uitvaart. De Ombudsman stelde vast dat de uitvaartondernemer had gehandeld binnen de grenzen van zorgvuldigheid.
De onderneming voerde de uitvaart uit op basis van een naturapolis, waarbij de verzekeraar rechtstreeks betaalde. Voor aanvullende diensten had de ondernemer kopieën en specificaties verstrekt, die door de opdrachtgever vooraf waren goedgekeurd.
De klacht dat bewijsstukken van de polisuitkering werden achtergehouden, werd ongegrond verklaard, omdat dergelijke documenten uitsluitend door de verzekeraar verstrekt kunnen worden.
Bekijk hier de klacht en de uitspraak